Aan het woord: jongveespecialist Erwin Hunneman: ‘Snel resultaat zien, dat is het mooist’

Een jongvee­specialist die zelf thuis ook jongvee heeft, dat praat wel zo makkelijk. Erwin Hunneman is ­specialist jongvee bij Agrifirm en melkt thuis in het Overijsselse Heeten met zijn ouders 85 koeien. Het kan dus maar zo zijn dat hij ’s morgens voordat hij op pad gaat de koeien nog heeft gemolken en de kalveren gevoerd. ‘Ja, ik ga het bedrijf thuis op termijn wel overnemen’, aldus Erwin die ook al een plekje in de maatschap heeft verworven. ‘Ik wil boer worden.’

Van binnendienst naar jongvee­specialist

Na zijn opleiding aan de HAS kwam Erwin in de binnendienst terecht, maar eigenlijk wilde hij graag de boer op. Toen er een plekje vrijkwam in de buitendienst kon hij moeiteloos inschuiven als ­specialist jongvee. ‘Want thuis  ben ik ook veel met de kalveren bezig. Met jonge dieren bezig zijn is altijd mooi werk.’ Inmiddels gaat hij alweer vijf jaar de boer op. ‘In de buitendienst zie je snel resultaat van je werk, ik geef advies en als het beter gaat is iedereen geholpen. De veehouder is blij want de kalveren doen het beter en er is minder sterfte, en voor de dieren is het beter.’ En in de kalveropfok zijn verbeterpunten best snel zichtbaar, geeft Erwin aan. Beter voeren, beter managen en beter huisvesten bij kalveren levert meteen resultaat op. Ze zijn fitter, groeien harder en ogen ook gezonder.’ Aan de andere kant kan het ook snel misgaan, is Erwin zijn ervaring. ‘Dus je moet er ook bovenop zitten wanneer je denkt dat het niet helemaal lekker loopt.’

Meer aandacht jongvee

In zijn tijd als jongvee­specialist heeft hij gezien dat de aandacht bij melkveehouders in de jongvee opfok toeneemt. Het fosfaatquotum dwingt veehouders als het ware om minimaal jongvee op te fokken om zo het fosfaat te benutten voor koeien, en dus melkproductie en rendement.  Minimaal jongvee opfokken betekent ook dat er niet mis mag gaan, weet de boerenzoon. ‘Elk kalf moet uitgroeien tot een gezonde vaars die lang leeft en een hoge productie aankan. Voor een slechte is geen ruimte.’ Hij noemt met name de biestkwaliteit en biestvoorziening als thema’s die flink zijn aangepakt. ‘Bijna elke veehouder meet de kwaliteit van de biest en doet er ook wat mee.’ Ook meer melk aan de kalveren voeren is zo’n item. ‘Onbeperkt voeren van melk wint aan populariteit’, aldus Erwin die aangeeft dat het ook een goede investering is. ‘Meer melk is meer groei, meer gezondheid, op jongere leeftijd voor de eerste keer kalven en meer productie als vaars.’ Als boerenzoon benadert hij de kalveropfok praktisch en snapt hij goed wat zijn adviezen betekenen voor melkveehouders. ‘Onbeperkt melk voeren aan de kalveren maakt het werk flexibeler, maar je moet je aandacht en tijd nog wel aan de kalveren besteden voor het beste resultaat.’

Oog van de meester

Hij zal dan ook niet bij elke veehouder onbeperkt melk voeren adviseren. ‘Hygiene en controle zijn twee hele belangrijke zaken bij onbeperkt melk voeren. Wanneer je de kalveren twee of drie keer per dag voert dan zie je of ze fit zijn omdat ze naar je toe komen lopen’, legt hij uit. ‘Bij onbeperkt melk voeren zijn de kalveren altijd vol en verzadigd, je moet dan de kalversignalen  goed kennen om een dier wat niet helemaal lekker is al in een vroeg stadium te herkennen.’ Ook hygiënisch werken is belangrijk wanneer de emmer altijd vol met melk zit. ‘Het oog van de meester is bij onbeperkt voeren nog belangrijker.’

Een tip heeft hij ook nog wel. ‘Zorg altijd voor schoon en fris water voor de kalveren.’ En wie elektrolyten voert mag gerust aan Erwin vragen welke de beste is. ‘Want er is heel veel verschil in kwaliteit, in bufferende werking en hoeveelheid energie. Dat is juist extra belangrijk want je voert elektrolyten aan kalveren die een extra steuntje in de rug nodig hebben. Dan moet de elektrolyt ook doen wat je verwacht.’ Met zoveel kennis op het gebied van kalveropfok kom je natuurlijk vanzelf uit op dé vraag voor de jongvee­specialist met thuis een melkveebedrijf. ‘Hoe gaat het met jullie kalveren thuis?’ ‘We zijn best fanatiek. We geven de eerste 24 uur 6-8 liter biest en bij de eenlingboxen krijgen de kalveren ook water’, legt Erwin uit. ‘De eerste weken zijn echt goud waard, maar het kan natuurlijk altijd beter.’

Beter voeren, beter managen en beter huisvesten bij kalveren levert meteen resultaat op
Deel dit artikel