Biest: een uniek gezondheidsproduct met een cruciale link naar droogstand

Beter ga je het niet krijgen als gezondheidsproduct voor het jonge kalf. Biest. Maar wat maakt biest nu zo uniek? En wat is de link met de droogstand? Jongvee­specialisten Ger en Erwin delen hun kennis.

Wat maakt biest uniek?

Goede biest bevat antistoffen, immuunglobulinen of afgekort IgG. Dankzij hun ‘levenservaring’ hebben oudere koeien een betere kwaliteit biest. Maar het zijn niet alleen antistoffen die biest tot een uniek product maken, er zijn nog meer ‘levensstoffen’ in de biest te vinden: witte bloedcellen, groeihormonen, vitaminen, mineralen, eiwit én energie.

Biest bevat naast antistoffen nog meer ‘levensstoffen’

Allemaal ingrediënten die -ook op dag twee en drie na de geboorte- helpen bij het gezond blijven en hard groeien van het kalf. ‘Voer daarom ook op dag twee en als het even kan op dag drie nog biest voordat je overstapt op kunstmelk’, adviseert jongvee­specialist Ger van Wersch. En als er wat oudere kalveren zijn die diarree dreigen te krijgen, helpt biest ook, geeft Ger aan. ‘Een paar dagen 200 cc biest mengen door de melkpoeder biedt  op darmniveau bescherming.‘

Feit: Bij meer dan 8 liter biest ontstaat het risico op verdunde biest en een lagere kwaliteit

De droogstand is van cruciaal belang voor de biestkwaliteit. Een koe moet minimaal vijf tot zes weken droog staan. Het uierweefsel moet opdrogen, melkcellen worden opgeruimd en zo’n drie weken voor de kalving start de koe alweer heel voorzichtig met het aanmaken van biest. Die eerste melking levert zo’n vier tot acht liter biest op. Dat is optimaal: genoeg voor het kalf en van de beste kwaliteit. Veel biest is voor een kalf geen ­probleem, let wel op de kwaliteit, geeft jongvee­specialist Erwin Hunneman aan. ‘Bij veel biest, meer dan 8 liter, heb je een risico dat de biest verdunt is en de kwaliteit (Brix) lager, dan wordt het wel een ­probleem.’ Voor de koe is het een teken dat de droogstand niet goed is geweest, dat er te veel energie is verstrekt en dat geeft risico op slepende melkziekte. ‘Te veel biest wil niet direct zeggen dat de koe ook te snel opstart en daardoor slepende melkziekte krijgt. Het ­probleem ligt aan het rantsoen.’

Deel dit artikel