Blog Rachelle: Biest dilemma

Afgelopen zondag kwam ik na een borrel van het werk thuis. Ik vond een mooie Belgische blauwe stier in het strohok naast de moederkoe. Op dat moment was ik blij en verrast, dat er een gezond en levend kalf op de wereld was gebracht. Dit is toch altijd even spannend op het moment dat je niet thuis bent. Hierna ben ik snel de koeien gaan melken, zodat ik het kalf van biest kon voorzien.

 

Op diezelfde dag was in de ochtend ook een zwartbonte stier geboren. Ik heb de biest van beide koeien uitgemolken en getest. De koe van zondagochtend had een Brix-waarde van 21, aan de magere kant helaas. Bij de koe van zondagavond kwam er een waarde uit van 25, een stuk beter! De biest in de vriezer was inmiddels op, dus het werd weer tijd om deze aan te vullen… maar welke biest en hoeveel vries je in, welke biest geef je aan welk kalf en hoeveel?

Normaliter probeer ik altijd biest van de eigen moeder aan het kalf te voeren. Dit is ook het beste in verband met de overdracht van dierziektes zoals paratbc. In dit geval was de biest met een Brix waarde van 21 te laag. Ik heb uiteindelijk toch ervoor gekozen om allebei de kalveren te voorzien van de meest hoogwaardige biest. Het overige gedeelte van de hoogwaardige biest heb ik ingevroren. De keuze om biest in te vriezen vind ik vaak lastig, omdat ik het liefst alle biest van de eerste melking aan het kalf geef. De hoeveelheid die de moederkoe de eerste keer geeft is hierin bepalend. In de praktijk merk ik dat vooral vaarzen de eerste melking minder geven dan koeien. Op het moment dat ze vier liter geven is het net genoeg voor het eigen kalf ,maar blijft er niets over om in te vriezen. Vanaf welke Brix-waarde en hoeveel biest vriest u in?

Deel dit artikel